Toen uiteindelijk de leemputten in de buurt uitgeput raakten, week men uit naar de Hoch (gem. Markelo).
Jan Willem ten Hove kocht ruim 1500 meter smalspoor van de O.N.K. uit Amsterdam. Dit smalspoor werd jaren later vanaf de Hoch tot halverwege de fabriek aan de Brekeldlaan gelegd (Rijssense veld). De keileem die uit de Hoch nog met de ‘batse'(schop) werd uitgegraven, werd met karretjes via het smalspoor vervoerd.
Een prachtige topografische kaart uit 1951 waarop de routes van het smalspoor staan kunt u vergroot zien als u op de bovenstaande kaart klikt.
Op de foto hierboven zien we Jan ten Hove (Jan van Gradùekn), Arend Nijsink (Oarnd van Diekemeuje) en Jan Baan (Jan van Duusker) op Janbaasveld. De foto is genomen in het eerste oorlogsjaar 1940. We zien de jonge mannen zogenaamd met de batse het geweer presenteren. |
Aan het eind van de rails ontstond zo een grote berg leem. In het voorjaar werd het smalspoor opgebroken en weer neergelegd tussen de ‘leemberg’ op Janbaasveld en de steenfabriek, zodat de voorraad verder kon worden getransporteerd. Omstreeks de tijd van Goede Vrijdag kon men dan op het tichelwoark weer beginnen met het vormen van de stenen.
Veel later, toen er rails genoeg waren en de weersomstandig-heden geen invloed meer hadden op het droog- en bakproces, werd er onafgebroken (vijf dagen per week) leem uit de Hoch gehaald.
Andere steenfabrieken bleken jaloers op het initiatief van Ten Hove. Ze zeiden dan ook; “As den een smalspoer kan koopn, dan mutte wal van panschörters (schervan van dakpannen) rieksdaalders kunn maakn”.
Maar diezelfde steenfabrikanten schaften nog geen jaar later ook een smalspoor met zogenoemde kipwagens aan.
Toen de nog vier overgebleven steenfabrieken in Rijssen merkten dat het een goede vooruitgang was om de leem met kipwagens te halen, besloten zij om gezamenlijk meer lijnen aan te leggen. De oudere Rijssenaren herinneren zich ongetwijfeld nog de vele kilometers rails tussen de verschillende steenfabrieken en de leemputten in de Hoch.
De kipkarren werden de eerste vijftien jaar getrokken door paarden.
Maar in 1939 deed de firma Baan & ten Hove opnieuw van zich spreken.
Men schafte een locomotief aan, waarmee meer karretjes leem per keer vervoerd konden worden. Zodoende was er in de zomermaanden altijd voldoende voorraad leem in de fabriek. In 1946 ging de ‘batse’ op de schop en werd er een bagger aangeschaft
De fabriek van Baan & ten Hove heeft in de oorlog ook nog dienst gedaan als opslagplaats voor wapens die op de Friezenberg waren gedropt. Tot 1943 kon men ongestoord de bezetters een hak zetten, maar toen moesten de wapens hals over kop worden weggehaald, omdat het gebied rond de steenfabriek tot ‘Sperrgebiet’ werd verklaard.
(bovenstaande info deels uit: Kiek toch’s, sept. 1986 Tubantia)
De laatste twee jaar van de oorlog werd door de Duitse bezetter het smalspoor opgeëist om van de rails een lanceerinrichting voor de V1 te maken.
(De V1 (Vergeltungswaffe 1) was een Duits wapen met explosieve lading uit de 2e Wereldoorlog dat met een straalmotor en soms met behulp van een geleidingssysteem op eigen kracht naar zijn doel vloog.)
De eerste machinisten waren Jan Baan (Jan van Duusker) en Jacobus Voortman (Koops van Jaejsdina ). Jan overlijdt in 1942 op de jonge leeftijd van 21 jaar.
De foto boven is genomen in 1940 op Janbaasveld. We zien hier weer Jan ten Hove (Jan van Gradùekn), Arend Nijsink (Oarnd van Diekemeuje) en Jan Baan (Jan van Duusker). De jonge vrouw is waarschijnlijk van Jaejsdina. |
In het tijdperk leemspoor zijn er diverse Rijssernaren machinist geweest.
Eén van deze machinisten was Derk-Jan ten Hove (Dik van Klitsenkappert). (zie foto rechts)
Iemand die heel lang machinist is geweest was Gerhard Baan (Garrat van Duusker). (zie foto boven)
Vaak zijn wij als ‘jonge leu’ met hem mee geweest naar de Hoch, om daar onze vrije (mid-)dagen in de natuur door te brengen. Ook Herman Tempelman (‘nDroad) is in de laatste jaren van het leemspoor bestuurder van het leemtreintje geweest.
Menig Riessender van vijftig jaar en ouder kunnen over deze ritjes met het treintje nog steeds in gedachten nagenieten.
Een prachtige tijd was dat.
Onderstaand kunt u enkele jeugdherinneringen lezen van bezoekers aan onze website.
’s Woensdagsmiddags gingen we vaak met het leemtreintje mee naar de Hoch, waar de leem werd opgehaald voor het maken van stenen op het “tichelwerk”. Ook daar kon je urenlang dwalen door de bossen en “de Venkes”. Ik herinner me dat een klasgenoot eens hoog uit een boom viel toen hij in een nest keek waar plotseling een grote uil uit kwam fladderen. […]”. Foto onder: de Venkes. |
Als ik terug denk aan die prachtige tijd dat we speelden op en rond het tichelwoark en in de Hocht met de kiepkarren. Ik weet nog dat oom Garrat een paar stenen op de eerste kar had liggen voor het geval zich …. een fazant liet zien. En dan die nesten onder de vrachtwagen en in de loodsen. |
Zijn er nog meer van deze (oud) Riessenders die voor deze pagina een verhaal over hun ritjes met het leemtreintje op papier willen zetten? Het zou heel leuk zijn dat aan onze wens kan worden voldaan. Maar andere verhalen over ‘het Tichelwoark’ zijn natuurlijk ook van harte welkom.
Hierboven ziet u een foto die gemaakt is omstreeks 1948. Links op het treintje zit Hans Markvoort (van Jaansjenke)en Gerhard Baan (Garrat van Duusker) en daarnaast staat zijn latere vrouw Jenneken Baan (Jenke van Janbaksfrits). Zittend links is Johanna Baan (Hanna van Duusker), daarnaast Alie, dochter van de familie Hermenet uit Gouda (kennis van de familie Baan). |
De foto boven is gemaakt op de vijfsprong (‘nViefsproongk) bij de Friezenberg. Het treintje rijdt hier via de rechtse spoorlijn richting steenfabriek “de Brekeld” de “Oude Rijssenseweg” op. De linkse lijn op de foto gaat naar steenfabriek Smeijers & Voortman aan de Markeloseweg. Vanuit Rijssen heet dit zandpad de “Oude Markeloseweg”. |
De foto hieronder is op het zelfde punt gemaakt in 2007.
Op de achtergrond zijn de grafheuvels zichtbaar uit de Brons- en IJzertijd (800-50 v.C.). Hier woonden toen landbouwers. De mensen begroeven hun doden op enige afstand van hun nederzetting. Over het graf werd een heuvel opgeworpen van zand en plaggen. (zie ook foto rechts)
foto: machinist Gerhard Baan met een jongen uit Rijssen die vaak te zien was op het tichelwoark. Zijn naam in onbekend. (29.7.1958)
De schaapherder loopt met zijn kudde tussen de rails aan de voet van de Friezerberg.
Vaak mochten passagiers met het treintje mee naar de Hoch, zoals op onderstaande foto te zien is. Hier zien we Gerhard Baan (Garrat van Duusker) met zijn zoontje Jan Willem en neefje Gerrit. De man rechts is Arie Brasser uit Huizen. |
foto boven: Garrat van Duusker, Wilm van Witn (Witten),(met baret) en twee vakantiegangers die mee mochten rijden met het leemtreintje. |
foto’s boven: De kipkarretjes naar de mengzolder worden getrokken middels een lier. |
Op de foto rechts is nog steeds het pad te zien waar járen geleden de spoorrails vanaf het terrein van Baan & ten Hove liepen richting de Hoch.
Een paar honderd meter voor de destijds tijdelijke stortplaats halverwege (“Janbaasveld”) kwam de spoorlijn uit op de oude Markeloseweg.
Hier kwam het spoor op de lijn die samen met de steenfabrieken Struik en Gebr. ten Bolscher werd gebruikt.
Bij de vijfsprong onder aan de Friezenberg kwam er de lijn van Smeijers & Voortman ook nog bij op. Zo werd dus het gedeelte vanaf de vijfsprong tot aan de leemputten in de Hoch gebruikt door vier bedrijven.
Hieronder is dat pad nog te zien vanaf de kant van de Hoch. In de verte ligt dus de vijfsprong.
Nu grazen er koeien van een Rijssense dokter.
Hierboven zien we Garrat vanDuusker met een vakantiegangertje op het treintje. |
Op de foto rechts zien we dat de wissel wordt omgezet door een passagier op het leemtreintje.
De machinist is Herman Tempelman (Herman van Droad) en de jongen die de wissel omzet is een vakantieganger (fam. Huygen).
Boven: Herman Tempelman met passagier. |
Het smalspoor had in 1965 zijn dienst gedaan.
Baan & ten Hove en Smeijers & Voortman schaften toen samen enkele vrachtwagens aan, waarmee de leem uit de Hoch werd gehaald.
Het hijgend gepuf van de locomotief, die ruim twintig kipwagens kon trekken, werd vanaf dat moment niet meer gehoord.
Weer was daarmee een stukje romantiek uit Rijssen verdwenen.
Volgende hoodstuk van Leem tot Steen.